Het Vinschgau in Zuid-Tirol is van oudsher een doorvoerland. Archeologische vondsten tonen aan dat de Reschenpass al voor de klassieke
Via Claudia Augusta als overgang werd gebruikt. Maar tegelijkertijd is het Vinschgau een gebied van retraite en stilte. Zo vind je hier nog
kloosters en kerken uit de romaanse tijd, die goed bewaard zijn gebleven.
Het grootste deel van de bevolking van Vinschgau is geconcentreerd in de grotere gemeenten in het dal. Maar ook zijn er nog steeds de afgelegen, kleine gemeenschappen van bergboerderijen op grotere hoogte, in zijdalen als Planeil, Langtaufers of Martelltal.
Bij de oude boerderijen en schuren zien de bezoekers veel wat herinnert aan het keiharde leven van vroeger met alle ontberingen van dien. En hoewel de levensstandaard in deze geïsoleerde dorpjes de laatste jaren aanzienlijk is gestegen, blijft het dagelijkse leven zwaar voor de bergboeren.
Deze bergboeren leveren evenwel een onmisbare bijdrage aan de instandhouding van het alpine cultuurlandschap. Zelfs in de kleinste dorpjes wordt hedendaagse
architectuur in een harmonieuze symbiose gecombineerd met de bestaande bebouwing.